Psalm 16:1-6
"Een gouden kleinood van David. Bewaar mij, o God, want ik heb tot U de toevlucht genomen. Mijn ziel, u hebt tegen de HEERE gezegd: U bent de Heere; mijn goedheid is niet voor U, maar voor de heiligen die op de aarde zijn, en de machtigen, in wie ik al mijn vreugde vind. Groot wordt het leed van hen die andere goden geschenken geven; ik echter giet geen plengoffers van bloed voor ze uit en neem de namen ervan niet op mijn lippen. De HEERE is mijn enig deel en mijn beker. U onderhoudt wat het lot mij toewees. De meetsnoeren zijn voor mij in lieflijke plaatsen gevallen, ja, een prachtig erfelijk bezit heb ik gekregen."