Laat ons vandaag noch arrogant, noch vals bescheiden zijn. We hebben dergelijke dwaasheid achter ons gelaten. We kunnen onszelf niet beoordelen, en hoeven dat ook niet. Dat zijn maar pogingen om een beslissing uit de weg te gaan, en een verbintenis met onze functie uit te stellen. Het is niet aan ons om onze waarde te beoordelen, noch kunnen we weten welke rol voor ons het beste is, of wat wij kunnen doen binnen een groter plan dat we niet in zijn totaliteit kunnen overzien. Onze rol werd ons in de Hemel toegemeten, niet in de hel. En wat in onze ogen zwakte is, kan kracht zijn; wat wij als onze kracht beschouwen, is vaak arrogantie.
Wil jij Gods boodschappen ontvangen? Want zo word jij Zijn boodschapper. Je bent nu aangesteld. En toch wacht je ermee de boodschappen te geven die jij ontvangen hebt. En bijgevolg weet jij niet dat ze van jou zijn, en herken je ze niet. Niemand kan ontvangen en begrijpen dat hij ontvangen heeft, totdat hij geeft. Want in het geven ligt zijn eigen aanvaarding van wat hij heeft ontvangen.
Jij die nu Gods boodschapper bent, ontvang Zijn boodschappen. Want dat maakt deel uit van de jou toegewezen rol. God heeft niet nagelaten jou te geven wat je nodig hebt, noch is het onaanvaard gebleven. Toch moet nog een ander deel van de jou toegewezen taak worden volbracht. Hij die de boodschappen van God voor jou ontvangen heeft, zou graag zien dat ze ook door jou ontvangen werden. Want zo vereenzelvig jij je met Hem en maak je aanspraak op wat van jou is.
Het inzien van deze verbinding is wat we vandaag op ons nemen. We streven er niet naar onze denkgeest afgescheiden te houden van Hem die voor ons spreekt, want we horen niets dan onze eigen stem, als wij aandachtig luisteren naar Hem. Hij alleen kan tot ons en voor ons spreken, omdat Hij in één Stem het krijgen en het geven van Gods Woord, het geven en ontvangen van Zijn Wil verenigt.
We oefenen erin Hem te geven wat Hij graag wil, opdat wij Zijn gaven aan ons mogen herkennen. Hij heeft onze stem nodig, opdat Hij via ons kan spreken. Hij heeft onze handen nodig, om Zijn boodschappen vast te houden en ze naar hen te brengen die Hij aanwijst. Hij heeft onze voeten nodig, om ons te brengen waar Hij wil, opdat zij die wachten in ellende eindelijk mogen worden bevrijd. En Hij heeft onze wil nodig, verenigd met de Zijne, opdat we de ware ontvangers mogen zijn van de gaven die Hij schenkt.
Laten we vandaag niets anders leren dan deze les: we zullen pas inzien wat we ontvangen als we het hebben gegeven. Je hebt dit al honderd keer en op honderd manieren horen zeggen, en toch ontbreekt het jou nog steeds aan geloof. Maar dit staat vast: tot jij er geloof aan hecht, zul je duizend en nog eens duizend wonderen ontvangen, maar niet weten dat God Zelf, buiten wat jij al hebt, geen enkele gave achterwege gelaten heeft, noch de geringste zegen aan Zijn Zoon heeft ontzegd. Wat kan dit voor jou betekenen zolang jij je niet met Hem en het Zijne vereenzelvigd hebt?
Onze les voor vandaag luidt als volgt:
Ik ben een van de dienaren van God, en ik ben dankbaar dat ik het middel bezit om in te zien dat ik vrij ben.
De wereld wijkt terug als we onze denkgeest doen oplichten en beseffen dat deze heilige woorden waar zijn. Ze vormen de boodschap die ons vandaag vanwege onze Schepper wordt gezonden. Nu demonstreren we hoe ze onze gedachten over onszelf en wat onze functie is, hebben veranderd. Want wanneer we bewijzen dat we geen wil aanvaarden die we niet delen, zullen de vele gaven die wij van onze Schepper krijgen ons in het oog springen en in onze handen vallen, en zullen we inzien wat we ontvangen hebben.
Copyright: Ank Hermes, Een Cursus in Wonderen
Create your
podcast in
minutes
It is Free